Tekst 4.4: De eerste dag van de Olympische Spelen (p. 83)
Categorie: Boek > Stathmoi
Filodemos en Demodokos zijn al voor de eerste dag van de Olympische Spelen in Olympia aanwezig. De eerste dag mogen ze kijken naar de optocht van de atleten en de Olympische eed. Daarna wordt er geofferd aan de goden op het altaar van Zeus en op de altaren van zes andere goden. In heilige stilte bekijken Filodemos en Demodokos dat dan. Vervolgens spreken ze met enkele atleten. En Filodemos vraagt hen:"Waarom, atleten, doen jullie dat?Waarom offeren jullie in het begin van de OS aan de goden?" Een zekere atleet antwoordt: Dus, vreemdeling, woon jij dan in de wereld van de Babaren, zodat je niet weet dat onze goden geen lege woorden zijn, maar machtige heersers. Ja, wij noemen hen terecht meesters.
Want ze helpen mensen en ze haten goddeloosheid."Daarom is het nodig de goden te vereren en te vrezen." Filodemos zegt: Maar dat weet ik goed, atleet, en ik wens je het beste." Daarna gaan de atleten weg. Want de wedstrijden zelf beginnen de tweede dag vroeg, en de atleten hebben veelslaap nodig want de dag zal lang en lastig voor hen zijn.