Hoofdstuk 22, opdracht 11
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
1. Een slavin bereidde de beste maaltijd voor de heer des huizes.
2. De heer des huizes strafte de slaven wreder.
3. Die tempel is het hoogst.
4. Romulus bouwde de stadsmuur zo sterk mogelijk.
5. De Romeinen omgaven de steden met zo hoog mogelijke muren.
6. Hij is een tamelijk verstandig man.